It’s not easy being green – 4 tips om het groene monster te temmen
Gastblog
9 maart 2020

It’s not easy being green – 4 tips om het groene monster te temmen

Marie-José schreef over het groene monster dat soms bezit van haar neemt en over haar bezoek aan de psycholoog om tips te krijgen hoe dit monster te temmen. Ondanks ze geen therapeut is, deze tips heel persoonlijk zijn én dat zij zelf ook nog moet ervaren wat deze tips voor effect hebben, deelt zij ze.

Tekst: Marie-José Schelvis

‘Heel eerlijk Marie, het is gewoon k*t. En dat mag je soms ook best vinden. Ik zou niet in jouw schoenen willen staan; om het maar gewoon zo bot te zeggen’. Ik kijk haar aan, de psycholoog. Hier zegt ze iets wat me raakt en waar ik even over na moet denken. Opeens staan de tranen in mijn ogen. Het woordje ‘willen’. Dat woordje blijft door malen in mijn hoofd. Heel, heel erg vaak wordt er tegen ons gezegd: ‘Ik zou het niet kunnen hoor, wat jullie doen!’ Ik reageer daar dan beetje lacherig op, met een ’tuurlijk wel!’ en bagatelliseer de situatie dan gelijk. Iedereen zou dit voor zijn kind / moeder/ partner doen. Wat voor keuze heb je?

Geen kwestie van willen
Het woordje ‘willen’. Dit wil je niet, deze situatie. Niet voor je kind, niet voor jou en niet voor je gezin. De volgende keer zal ik anders reageren. Antwoorden met ‘Dit wil je niet, maar je kunt het wel. Je hebt namelijk geen keuze’. Ik, of wij mantelzorgers, hoeven geen ‘respect’, maar gewoon begrip. We doen het ‘gewoon’, ook al zijn we moe. Daarom zijn we soms chagrijnig, kribbig of kortaf. Of hebben we geen zin in een feestje. Daar mag en ga ik me niet meer schuldig over voelen. Ik doe wat ik aankan, waar ik nog energie voor over heb. Maar blijf ons – blijf mij – wel gewoon vragen, want een andere keer lukt het misschien wel.

Tip 1: bedenk dat ieder zijn eigen emmertje heeft
De psycholoog legde uit dat iedereen het welbekende emmertje heeft. Bij de een kan daar 600 liter in, bij de ander drie. Bij zorgintensieve ouders is de emmer een stuk groter. Het duurt dus langer tot hij vol is, maar ook langer tot hij leeg is – als dat überhaupt lukt. Er zal altijd een bodem water in blijven liggen. Hoe erg je ook je best doet om bij te tanken/ te ontspannen/ uit te rusten.
Ik heb vorig jaar mijn mindfulness cursus in groepsverband gedaan. Toen ik daar hoorde wat bij mijn mede-cursisten had geleid tot een overvolle emmer (burn-out), schrok ik daar soms van. Dat was voor mij het bewijs dat de emmertjes inderdaad in verschillende maten uitgedeeld worden. Mijn eerste reacties waren dan best bevooroordeeld. Er kroop dan zo’n sarcastisch stemmetje in mijn hoofd die het niet begreep. Dat vond ik heel naar. Eenieder zit daar voor zichzelf en het is al goed dat je je probleem aanpakt. Deze manier van omdenken moet ik vaker inzetten.

Tip 2: bedenk welke figuurlijke pet je opzet
Mijn psycholoog kijkt me aan als ik vraag of ze me kan helpen dat omdenken weer in werking te krijgen; het lukt de laatste tijd niet meer. Ik heb er namelijk iedere keer zo’n innerlijke strijd mee. Ik merk dan dat ik me niet kan verplaatsen in een ander. Wat voor een ander een heel ding is, is voor mij een lachertje, dan zie ik het probleem niet. Maar zo wil ik niet zijn.
Ze adviseert me om, voor ik van huis vertrek, te bedenken welke figuurlijke pet ik op zet. Dit komt ook uit de mindfulness-hoek. Hoe is degene met wie je hebt afgesproken en wat heeft hij/zij nodig? Schat de grootte van de emmer van de ander in. Bedenk dat dat oké is. Niet oordelen. Kun je die pet niet vinden op je kapstok die dag? Dan moet je misschien toch je afspraak afzeggen/ verzetten.

Tip 3: reageer niet gelijk. Adem en tel tot 3
Kom ik in een situatie die ik niet verwacht? Reageer niet gelijk, maar adem, tel tot drie en zeg dan eerlijk wat je dwars zit. Krop het niet op. Geef eerlijk toe dat je diegene misschien niet kunt geven wat hij/ zij nodig heeft. Deze tip geldt overigens ook voor nare of rare opmerkingen die je af en toe geheel onverwacht op een dienblad gepresenteerd krijgt. ‘Waarom koop je Uggs voor je dochter? Is toch zonde van je geld?’; dat soort dingen… Loop niet verbouwereerd weg. Adem, tel tot drie en bedenk wat je voelt. Vertel eerlijk en rustig dat je een bepaalde opmerking niet waardeert. Dat iets respectloos is of pijn doet.
Deze tip wordt voor mij echt een leermoment want wat kunnen mensen dingen uitkramen zeg! Ook op plekken waar je het totaal niet verwacht, maar hier kan ik een heel boek over schrijven…

Tip 4: kies bewust of je ‘de zorgintensieve bom’ dropt, of niet.
Op mijn vraag over de oppervlakkige ‘smalltalk’ – die ik door mijn jaren in Amerika altijd best onder de knie had, maar ondertussen kwijt ben – maakt de psycholoog me duidelijk dat het rolstoellogo echt niet op mijn voorhoofd getatoeëerd staat. Je hoeft die ‘bom’ niet bij vreemden op hun schoot te gooien. Zoiets maakt de situatie natuurlijk gelijk zwaar en als je die dag, of op dat moment geen zin hebt in weer een diepgaand gesprek, steek de vlam dan niet aan. Blijf lekker anoniem.

Ik heb in ieder geval genoeg punten om aan te werken tot mijn volgende gesprek! Het belangrijkste is te accepteren dat we geen gewoon gezin zijn. En ach, wat is ‘gewoon’ tegenwoordig? Ieder huisje heeft zijn kruisje. Koester wat je wél hebt. Wees af en toe boos en laat het groene monster even uitrazen. Het mag. Het groene monster is overigens omgedoopt naar Kermit, na mijn vorige blog. Ik laat Kermit af en toe ‘it’s not easy being green’ zingen, want zo is het maar net.

Marie-José is getrouwd met Patrick en zoekt inmiddels al 16 jaar haar weg in zorgenland. Haar jongste dochter Elin (16), helft van een tweeling (samen met Bente), is ernstig meervoudig gehandicapt. Het gezin van Marie-José vindt het erg leuk om buiten te zijn en ze fietsen, rennen en sporten erop los, ook met Elin en hond Charlie! Marie-José geeft graag kijkje in haar leven; alle ups maar ook downs. Zorgen, drukte, ziekte, maar ook – soms hele kleine – bijzondere momenten deelt ze hier.

1953 x gelezen
1 reacties
Array
Esther schreef:

Goede tips, daar kan ik ook wel wat mee. Bedankt voor het delen!

Laat een reactie achter

Alle velden zijn verplicht; het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.