In therapie (1)
‘In therapie zijn’ is in de zorgintensieve wereld heel normaal. Tenminste, als het om onze kinderen gaat…! Bommel volgt meerdere therapieën en gaat zelfs naar ‘de psych’ voor EMDR. Niks vreemds aan. Ik kan er op social media ook van alles over lezen en er worden volop tips uitgewisseld. Maar, waarom lees ik nergens over ouders die in therapie zijn? Tijd om het hier eens over te hebben, vind ik!
Is het soms nog steeds een taboe? Als je aangeeft in therapie te zijn, in welke vorm dan ook, dan kán dat als zwaktebod gezien worden. Door anderen, maar ook door jezelf. Want, jij moet dit zorgintensieve leven toch gewoon aankunnen? Jij bent toch die supermoeder of vader, die alles kan? En zo niet, heb je dan gefaald? Ik denk van niet. Ik denk dat, om zoiets toe te geven, je juist heel krachtig moet zijn en jezelf goed moet kennen. Het ís immers toch ook niet te doen, dat hele zorgintensieve bestaan in combinatie met werk, gezin & sociaal leven! Wees nu eens eerlijk, hoe voel jij je als je ’s avonds in je bed ligt? Ik voel me dan helemaal geen supermoeder. Dan ben ik bekaf, staan de wallen in mijn gezicht gegrift, hoop ik dat we goed kunnen slapen en dat we de volgende dag een relatief rustige dag mogen ervaren. ’s Avonds, is de bravoure van overdag ver te zoeken.
Tijd voor jezelf
Ook denk ik altijd eerst aan mijn gezin en daarna pas aan mezelf. En dat is meestal dus pas wanneer ik afgepeigerd op bed lig… Te laat! Maar als dat lang genoeg zo doorgaat, dan gaat dat wringen. Dan gaat het ten koste van jezelf. Want waar ben jij dan nog in het geheel? Ik ben iemand die het erg moeilijk vind tijd voor zichzelf te plannen. Om iets te gaan doen waar ík weer van oplaad. Tel hierbij op dat ik veel moeite had om letterlijk in en uit de zorg te stappen. Dan kwam ik met pijn in mijn buik thuis, gespannen om de drempel over te stappen en alle zorg weer op me te nemen. Door weinig weg te gaan, bespaarde ik mezelf dat. Op stap gaan met vriendinnen of met manlief, ik deed het veel te weinig, maar ik doe het steeds meer. Juist in ons hectische, zorgintensieve leven. Met stimulans van Tycho hoor, dat wel! Ik merk namelijk dat ik, naast het (Mantel)mama zijn, ook heel graag en vaker gewoon weer Vera wil zijn. Daar word ik een leuker mens en dus een leukere mama van. Dat zit hem voor mij persoonlijk echter ook in therapie.
Sporten als therapie
Laten we voorop stellen dat ’therapie’ voor iedereen iets anders betekent. En er zijn ook allerlei vormen denkbaar. Welke vorm bij je past, is iets heel persoonlijks. Voor sommigen kan het al zo simpel zijn als: tuinieren of een boek lezen. Voor mijzelf zit het ‘m o.a. in sporten. Dat ene moment in de week is helemaal voor mijzelf. Dan kan ik mijn hoofd leegmaken en lekker bezig zijn in de buitenlucht. Soms ren ik het huis uit! Dan ben ik er zo aan toe om de boel te laten voor wat ie is, en even uit te razen. Heerlijk!
Van hoofd naar hart
Voor mij is sporten alleen echter niet genoeg. Ik zit zoveel in mijn hoofd. Door mijn werk, mijn gezin en door de BV die Bommel heet. Allemaal zaken waar ik mijn kop bij moet houden. En soms zit ik gewoonweg in mijn hoofd omdat het makkelijker is… Dan hoef ik niet te voelen hoe moe ik ben, hoe groot de bal in mijn onderbuik soms is of hoe erg mijn hart huilt op bepaalde momenten. Want laten we wel wezen, hierbij stilstaan is nogal confronterend en overweldigend. Mijn hoofd zorgt dan ook vaak dat mijn zorgintensieve leven draaglijker is.
Toch maak ik regelmatig tijd om van hoofd naar hart te gaan. En ja, dat is soms heel heftig, maar ik wil het. Voor mezelf en voor mijn gezin. Ik wil namelijk graag samen met Tycho, Fiene en Bommel stokoud worden en zo vitaal mogelijk blijven. We hebben immers nog een lange weg te gaan samen. Wat mij betreft hoort daar zelf-onderhoud en het ontzettende cliché ‘werken aan mezelf’ bij. Ook weiger ik bepaalde ballast mijn hele leven bij me te dragen en daar last van te hebben. Dus, dat lukt me echt niet zonder hulp van buitenaf…
Wil je weten welke hulp ik inschakel?
Dat lees je in mijn blog ‘In therapie (2): mijn therapieën top 4.‘