SpongeBobs lach klonk door de kamer
Sommige dingen zouden verboden moeten worden. Zoals SpongeBob in de krant, zonder waarschuwing vooraf. Zaterdagochtend stond het gele mannetje zomaar pats-boem op de voorpagina. Onze huisvriend. Levensgezel. Sfeermaker. Tot 21 november 2021. Daarna hebben we nooit meer een aflevering van SpongeBob Squarepants gekeken. Liefst hadden we gezien dat de serie was gestopt. ‘Wegens omstandigheden is Bikinibroek gesloten.’
Bikinibroek. Alleen de gezelligheid van die naam al. Het was Jobs onschuldige wereld waarin hij zijn hele leven rondwaarde. Samen dus met een gele spons.
SpongeBob viert zijn 25ste verjaardag, daarom staat hij breed lachend in de krant. Maar behalve zijn dunne beentjes heeft hij met mijn zoon gemeen dat hij ouder werd. Cartoonfiguren kunnen dat, blijven hangen op een bepaalde leeftijd. Jaar in jaar uit hetzelfde gedrag vertonen, dezelfde dingen leuk vinden. Elke dag opnieuw kwallen vangen omdat je daar blij van wordt.
Gehandicapte Job bleef in zijn hoofd altijd een kleuter. SpongeBob had onverminderd zijn interesse. Niet alleen op tv, ook thuis. Zijn eerste SpongeBob-knuffel kreeg hij van mijn broer toen hij als baby in het ziekenhuis lag. ‘Au, mijn neus’, riep de spons met zijn irritante stem als je erin kneep. Wij gniffelden. Zoveel herrie was niet gepast op een afdeling met kwetsbare, doodzieke kindjes.
De knuffel is er nog steeds, achter een deurtje in de wandkast. Ik weet waar hij ligt, als ik hem niet wil zien blijft het deurtje dicht. Heel gereguleerd. De 45 SpongeBob-dvd’s staan ook veilig opgeborgen in een kast. Ze zijn er nog nooit door ons uitgehaald.
SpongeBob verdween naar de achtergrond, tot hij zomaar op de voorpagina stond. Ik kon me er niet tegen weren. Meteen klonk zijn schelle lach door de woonkamer en zocht ik Job om hem de krant te laten zien.