Yoghurt op de kokosmat
Rob zit met een eetlepel in de gang yoghurt van de kokosmat te schrapen. Ik spoel onder de kraan de Patatas Bravas af. De gekruide aardappelblokjes zwemmen in de zuivel. Zo begint onze week, met een papieren boodschappentas van Albert Heijn waar de bodem onderuit viel toen Rob ermee onderweg was naar de keuken. Alle boodschappen op de grond, twee bekers yoghurt geëxplodeerd.
‘Misschien moet je even komen helpen’, was het enige wat hij zei nadat ik wat gestommel had gehoord in de gang. In de hal ligt een paar meter kokosmat bij wijze van vloerbedekking, een overblijfsel uit de tijd dat er meermaals per dag een rolstoel met vieze wielen naar binnen en naar buiten moest. Scheelt modder op het laminaat van de woonkamer.
Soms probeer ik mensen uit te leggen wat er veranderd is in ons leven sinds het gehandicapte kind wegviel. ‘Alles’ is te vaag (al klopt het wel). Een heel concreet punt heeft betrekking op het spoor van kapotte boodschappen in de gang en de magere yoghurt die zich nu tussen de haren van de kokosmat nestelt: Rob vloekte niet eens toen de papieren zak het begaf. En ik begon gewoon te helpen met opruimen zonder mopperen.
In vroeger tijden was dit nooit zo harmonieus gegaan. Een van ons was ontploft. Omdat we altijd haast hadden, gestresst waren en overliepen van de zorgen om ons gecompliceerde kind. En ook, laten we eerlijk zijn, omdat we gek werden van zijn herhaalgedrag. Drie keer achter elkaar dezelfde vraag stellen. Zes keer. Acht keer. Op hem konden we ons niet afreageren – daar was hij te lief en onschuldig voor – maar op elkaar wel.
We zijn ontspannener geworden. Dat is handig bij het oplossen van kleine huishoudelijke rampjes. Of bij grotere dingen, zoals je staande houden in aanloop naar de sterfdag van je kind.
Afbeelding: belchonock, everypixel.com