Ziggo
Sinds zaterdag hebben we een televisie die naar ons luistert. Dankzij een nieuw Ziggo-kastje hoeven we zelfs de knopjes op de afstandsbediening niet meer in te drukken. Het ding reageert op wat we roepen.
‘Aan’, schreeuwden we. ‘Uit.’ Of: ‘Kutfilm.’ Dat laatste commando begreep de tv niet. ‘Sorry dat heb ik niet verstaan’, verscheen in beeld. De eerste avond waren we er maar druk mee. Job deed enthousiast mee. Nadat ik hem had afgeleerd steeds ‘kutfilm’ te roepen (“dat was een grapje, Job”) schakelde hij over op het commando ‘pauze’. Bij mijn man Rob werkte dat heel goed. Maar hier wreekte zich de slechte articulatie van Job. ‘Bause’, hoorde het Ziggo-kastje kennelijk en dus bleef het programma vrolijk doorspelen.
SpongeBob roepen
We hadden te doen met Job, die zo zijn best deed een goed gesprek te voeren met de technologie. Roep maar ‘SpongeBob’, moedigden we hem aan – het kastje bleek zelf te kunnen zoeken naar series. Helaas, opnieuw kregen we de melding dat de boodschap niet was overgekomen. ‘Kun je dat nog een keer zeggen?’ vroeg de tv. Er volgden tientallen keurige ‘SpongeBobs’ van Job, nooit eerder sprak hij de naam zo helder en duidelijk uit. Geen logopedist zou hem beter kunnen motiveren dan deze televisie. En opeens zag ik er een heel nieuw hulpmiddel in. Job leerde ooit een code van vier cijfers onthouden én intikken omdat hij die nodig had voor het ontgrendelen van de iPad; tot welke hoogte zou Ziggo hem nu kunnen stuwen?
Jammer genoeg bleef Jobs ‘SpongeBob’ onverstaanbaar voor de tv. Snel bedachten we een nieuw commando. Wat zou Job onberispelijk kunnen uitspreken? ‘Verder kijken’ leek na ‘pauze’ de meest hoopvolle optie. Job riep de woorden op z’n hardst door de kamer: ‘VERDER KIJKEN!’ De tv vertoonde een geschreven antwoord op het scherm: ‘Kan de verrekijker niet vinden’.