Onze dagen op de PICU (Kinder Intensive Care)
Erg gespannen voelde ik me, toen ik voor het eerst de grote deuren doorging naar de PICU, Pediatric Intensive Care Unit – de Kinder Intensive Care. Onze pasgeboren baby was slechts 5 weken oud en had zojuist haar allereerste operatie ondergaan. Ik had geen idee hoe ik het zou vinden om mijn lieve Bommel weer te zien. Ik wist dat ze aan de beademing zou liggen, maar hoe dat eruit zou zien en of ik het eng zou vinden, ik had geen idee.
Daar lag onze ‘frummel’, in een klein bedje opgemaakt op een ‘grote mensen bed’ met haar gezichtje onder de pleisters en slangetjes uit haar neus. Haar mutsje op en haar bedje ‘versierd’ met haar laken en knuffels van thuis. Onder haar dekentje waren haar handjes losjes aan elkaar gebonden zodat ze niet per ongeluk aan de beademingsslang of het infuus zou kunnen trekken. Rare scharen klemden de bandjes om haar polsen aan het uiteinde van de matras vast om ze zo op hun plek te houden. Haar konijnenknuffel tussen haar armpjes. Het zag er vreemd uit en toch ook niet. Ik zag alleen maar Bommel. Wat was ik opgelucht en intens blij om haar weer te zien, na de meest spannende uren uit ons leven!
‘Knuffel haar maar’
Vanwege haar ademhalingsproblemen is Bommel – geboren met een slappe luchtpijp en periodieke ademhaling – geopereerd aan haar luchtpijp en strottenhoofd. Daarna is ze twee dagen slapend gehouden, met behulp van Morfine en Dormicum. Een van de meest lugubere medicatienamen die ik gehoord heb, tot nu toe. In eerste instantie deden Tycho en ik heel zachtjes en durfden we Bommel amper aan te raken door alle apparatuur. Tot een IC-verpleegkundige zei dat we vooral gewoon tegen Bommel moesten kletsen en liedjes voor haar konden zingen. ‘Klim maar lekker bij haar op bed en knuffel haar maar,’ zei ze. De 1e keer dat ik naast Bommel op bed kroop voelde heel onwennig. Ik was bang dat ik per ongeluk op een slangetje zou gaan liggen of achter iets zou blijven haken en dat er dan iets mis zou gaan. Ik heb dan ook met verbazing gekeken hoe de verpleegkundige met Bommel omging alsof ze wakker was en er geen enkel kabeltje over het bed liep.
Hoesten zonder geluid
In die periode was Bommel erg verkouden en ik weet nog hoe bizar ik het vond om haar te zien hoesten. Door de beademingsapparatuur en alle slangetjes was er geen geluid. Geen scherp hoestje. Alleen rood aanlopende wangetjes en een hoestende, schokkende beweging in haar lijfje. Zo gek!
En hoe doodeng ik het vond toen Bommel haar eerste operatie onderging, zo spannend was het ook toen de medicatie weer stop werd gezet en de beademing er af ging. Vreemd hoe dat werkt. Na het ‘overleven’ van de narcose en de operatie, was het ineens spannend of ze weer zelf zou gaan ademen. Gelukkig ging dat goed.
Wat ik nooit zal vergeten
De PICU waar wij verbleven is een plek waar je niet de hele dag bij je kind kan zijn en ook ’s nachts kun je niet blijven slapen. Ik vulde mijn dagen met in de ouderkamer (wachtruimte) in mijn dagboek schrijven, kopjes thee drinken bij Bommels bed en dus af en toe even naast haar liggen en liedjes zingen.
Eén middag zal ik nooit vergeten. Ik zat ik de ouderkamer toen er Opa’s en Oma’s binnenkwamen. Ik hoorde flarden van een gesprek: ‘Het is goed zo.’ Daarna kwamen de ouders binnen: ‘We hebben net nog een afdruk van zijn hand gemaakt.’ Toen begreep ik het, zij hadden op dat moment hun (klein)kind verloren. Een huilende broer en zus kwamen binnen. Wat vreselijk en wat voelde ik me ineens ongemakkelijk en bezwaard. Ik heb mijn spullen gepakt en ben weggegaan zodat zij samen konden praten en rouwen zonder buitenstaander. Zo dun is de lijn dus op de PICU, dacht ik. Op dezelfde afdeling als waar mijn baby nu ligt te herstellen van haar operatie en leeft, hebben ouders een paar bedden verderop hun meest kostbare ‘bezit’ verloren, hun kind… Dat heeft diepe indruk op mij gemaakt.
De cardioloog
Ook herinner ik me nog de cardioloog die iedere dag in zijn blauwe operatiepak bij ‘zijn’ patiëntjes kwam kijken. Hij nam elke dag de tijd voor hen en voor hun ouders. Hij groette ons ook steevast. Toen ik hem daarna in de centrale hal in zijn gewone kleding herkende en gedag zei, reageerde hij verrast. Haast niemand herkende hem als hij niet dat blauwe pak aan had, vertelde hij. Maar een arts die zo’n betrokkenheid toont vergeet ik niet, wat hij ook aan heeft!
Een wereld op zich
Het waren op zijn zachtst gezegd bijzondere dagen voor ons op de PICU. Het dal was diep toen ik er voor de eerste keer door de deuren liep. En zo was onze opluchting en vreugde onbeschrijflijk groot toen we er met Bommel weer weg mochten, terug naar de afdeling. Het is een wereld op zich binnen de ziekenhuismuren. Een afdeling met de grootst mogelijke uitersten en met soms letterlijk niet meer dan een gordijntje tussen leven en dood…