Dry
‘Voel jij je nu anders?’ vraag ik op dag 17 van Dry January. ‘Jawel’, zegt Rob. ‘Ik ben scherper. Jij?’ Eerlijk gezegd voel ik niets van de tijdelijke geheelonthouding. Misschien, heel misschien, ben ik iets alerter en onthoud ik beter waar ik mijn sleutels en mijn portemonnee de vorige avond heb neergelegd. Kan ook zijn omdat het jaar gewoon rustig op gang komt in deze eerste weken van 2024.
Rob slaapt beter sinds we geen alcohol meer drinken. Ik juist slechter. De glaasjes witte wijn ’s avonds wiegden me heerlijk in slaap, nu staar ik lang naar het plafond. Op een nacht was ik aan het zoenen met een Haagse politicus op wie ik nooit zou stemmen. Dat was mijn enige zorgwekkende afkickmoment. Toen ik uit die droom wakker schrok (hij zoende nog goed ook, dus een nachtmerrie was het niet) wilde ik de beelden liefst met een paar liter Chardonnay wegspoelen, maar ik hield me in.
Een vorm van beloning
We drinken deze weken niet omdat we vonden dat we te veel dronken. Vooral sinds de dood van Job. Een lekker drankje was aanvankelijk een vorm van beloning omdat we weer een dag zonder hem hadden overleefd. Later omdat we iets hadden gepresteerd op het werk, of omdat de zon scheen. Lichtpuntjes moest je vieren, toch? Proost!
Alcohol hielp ook om de scherpe hoeken van het gemis ronder te maken. Of als deken om het koude hart mee toe te dekken. Ik kroop er maar wat graag onder. Uiteindelijk dronken we voornamelijk uit gewoonte.
Vreemd genoeg kost het ons geen enkele moeite om de alcohol te laten staan. Maar ik had wel gehoopt dat ik tenminste íets zou voelen. Als beloning omdat ik mezelf die andere beloning ontzeg. Nu tel ik af tot de dag dat ik een fles extra goede wijn mag opentrekken omdat ik Dry January zo braaf heb volgehouden, maar dat zal wel niet de juiste motivatie zijn.
Afbeelding: Monica Silva, Unsplash