Tuinfeest
In de tuin hangen slingers. ‘Lang zal ze leven’ klinkt aan de houten tafel. Voor het eerst van mijn leven vier ik mijn verjaardag in augustus. Het is vandaag immers bijna precies een half jaar nadat ik 48 werd.
Dat originele hiephiep komt van een clubje vrienden. In februari somberde ik dat we mijn verjaardag maar beter konden vergeten, want die viel tien dagen na de geboortedag van Job. En zeventien jaar lang hadden mijn zoon en ik dat samen gevierd. Het idee al om zonder hem de taart aan te snijden, vervulde me met afschuw. Hier viel niets te vieren en ik vroeg me gedeprimeerd af of een mens behalve zijn naam ook zijn geboortedatum kon laten wijzigen.
Alsof de seizoenen ook niet meer vastlagen, stuurde het gekke bij elkaar geraapte groepje vrienden daarop in februari een warme uitnodiging: ‘Kom naar je eigen tuinfeest in augustus, wij regelen alles.’
Winter veranderen in zomer
Dus stap ik na een zonnig fietstochtje over de Waalbrug verwachtingsvol de tuin binnen met mijn zwemspullen op mijn rug. Het is een kleine dertig graden, teenslippers voelen een stuk lichter dan snowboots. De feesttuin in kwestie ligt vlakbij de Lentse Plas en als verjaardagsactiviteit gaan we suppen op een opblaasplank. Als we daarna met nat haar en omgeslagen handdoeken het tuinpad weer op lopen, komt de champagne – door een van de vrienden hoogstpersoonlijk ingekocht bij een Franse wijnboer – op tafel.
De gesprekken gaan over vakanties in Zuid-Europese landen. Wie was waar? Wie mag nog weg? Alleen daarom al is een verjaardag in augustus luchtiger dan in februari, weet ik nu.
Maar het fijnst is toch wel te voelen dat er vrienden zijn. Mensen die een slinger aan je rad van vertrouwen geven op momenten dat dat hard nodig is. Als je samen de winter kunt veranderen in de zomer, heb je van het duister weinig te vrezen.